Wandelroute 41. Tibma – Lioessens/De Paesens

Afstand: 10,3 km
Duur: ± 2 uur
Ondergrond: De hele route loopt over verharde wegen en paden. km
Honden: Op openbaar terrein zijn honden toegestaan.
Geopend: januari t/m december

Stormramp Paesens Moddergat

Bijzondere historische info
U begint uw route in Tibma, de enige nederzetting in Oostdongeradeel die in de oudste Fuldalijst uit de tweede helft van de 8ste eeuw wordt vermeld. Uitzonderlijk in noorderlijk Oostergo is dat deze nederzetting niet is uitgegroeid tot een kerkdorp. De inwoners kerkten in Ee, op ongeveer een kilometer afstand. Oude kerkepaden herinneren aan deze zondagwandeling.

Wanneer u uw wandeling voortzet, ziet u op de kruising van Hoitensreed en de Hoarnereed aan uw rechterhand een eendenkooi. Deze behoort tot de Van Asperen Einekoaien die nu in eigendom zijn van It Fryske Gea. Oorspronkelijk werden deze eendenkooien (even noordelijker ligt er nog een), gebruikt om eenden voor de consumptie te vangen. Tegenwoordig zijn de Van Asperen Einekoaien rustpunten voor de blauwe reiger, buizerd, boomvalk, ransuil en tuinfluiter. Zie ook route 24.

Het terpdorp Morra is enkele eeuwen voor het begin van de jaartelling is ontstaan. Het dorp kreeg zijn naam omstreeks 1260. De kerk is waarschijnlijk al voor 1230 gesticht. Halverwege de 16de eeuw is zij ingrijpend verbouwd, waarbij zij ook het karakteristieke torentje kreeg. De kerk telt een aantal mooie zerken. Lioessens dat bijna aan Morra grenst en vaak in één adem met het buurdorp wordt genoemd, is geen echt terpdorp. In het westen van het dorp is wel een heuvel, die misschien ooit als terp heeft gediend, maar in het begin van de 17de was deze al niet meer bebouwd.

Uw wandeling eindigt bij het riviertje de Paesens, route 2 leidt u vandaar naar het gelijknamige dorp. De Paesens loopt van Dokkum naar het dorp Paesens, bij de zeedijk. In de middeleeuwen waterde een groot gedeelte van het gebied ten noorden van Dokkum op dit riviertje af. De Paesens is een kronkelend watertje, gevormd door het afvoeren van water naar de Waddenzee en het binnendringen van de zee ver het land in. Rondom de waterloop ontstonden oeverwalcomplexen, die nog steeds prachtig te zien zijn.

Landschapskarakteristiek
De landschappelijke ruimte tussen Morra en Lioessens, een afstand van ongeveer 500 meter, toont een opmerkelijke overgang van het lage weidegebied rond Morra naar het ruim een meter hoger liggende akkerbouwgebied rond Lioessens. De Dijkstervaart, een getemde kwelderslenk, is ongeveer de grens.

Route 33 Dokkum – Nijlân kunt u vanuit Tibma volgen. Route 35 Wierum – Nes, leidt u vanaf de waterloop de Paesens richting Wierum. Ook kunt u route 2 Paesens vanaf de waterloop volgen.

Tibma
U begint uw wandeling in Tibma, dat als enige nederzetting in deze regio voorkomt in de eerst in de Fuldalijst uit de tweede helft van de achtste eeuw onder de naam Tippencheim. Op de grote terp van Tibma heeft ooit een grote stins gestaan: Hobbemasathe, de fundamenten van dit bouwwerk zijn nog aanwezig.
Onder Napoleon nam Willem Alberts, gardenier, landbouwer en koemelker geboren in Tibma, als eerste de naam van zijn dorp aan als familienaam. De eerste Tibma werd zelf slechts 21 jaar, maar de naam leefde voort, zij het niet wijdverspreid. Bij de volkstelling in 1947 telde Nederland nog 3 personen met de naam Tibma. De knooppunten van de route zijn: 77-49-53-68-58-52-93.

Klooster De Weert
U vervolgt uw route over de Hoitensreed, langs de Van Asperen Einekoaien, en de Hoarnereed. Even verderop komt u over de Zuider Ee, evenals de Paesens een oude slenk in het voormalige kweldergebied. Over het water komt u op de Weardwei, die overgaat in de Kleasterwei. Beide namen herinneren aan het premonstratenzer vrouwenklooster Templum Domini (tempel van de Heer) of Silva St. Mariae (woud van de Heilige Maria) dat in het dagelijkse gebruik Weert werd genoemd. Weert komt al voor in de vitae van Siardus die in 1194 tot vijfde abt van het klooster Mariëngaarde in Hallum werd verkozen. In 1511 bezaten de nonnen 34 ‘beestengras’ buitendijks en 300 pondemaat (1 pondemaat is ongeveer 36,75 are) onder de dorpen in de Dongeradelen. Daarnaast had het klooster bezittingen in Niawier, Metslawier, Paesens, Morra, Anjum, Jouswier en Nes.

In 1569 ging het klooster in vlammen op bij een inval van de Watergeuzen (die regelmatig in de Dongeradelen aan land kwamen). Volgens grietman Rinthje van Aytta kwamen de Geuzen op 20 augustus 1569 aan in de Scholback (tegenwoordig Friese Gat). Ze plunderden het klooster, waarbij ze al het tilbare meenamen, waaronder de lakens waarop in zwart garen de namen van de nonnen waren gestikt. Eén van deze lakens werd door een Spaanse spion gekocht en naar Groningen gebracht om als bewijs tegen de Geuzen te kunnen worden gebruikt. 1580 luidde het definitieve einde van het klooster in.

Morra
Morra is een klein dorp met ongeveer 250 inwoners. Het heeft een ovale terp. De meeste bebouwing ligt, net als vroeger, binnen de ringweg. Ten noorden van het dorp staan enkele monumentale boerderijen. Op de terp zelf staat slecht een boerderij, een kleine kop-hals-romp uit 1772.
Dat de landbouw wel een belangrijke rol speelde in het dorp, blijkt onder meer uit een verslag van een bijzondere dag in 1889 (na de landbouwcrisis), toen 23 mensen vanuit Morra vertrokken om hun geluk te zoeken in Zuid-Amerika. De Dockumer Courant van 29 maart 1889 deed verslag: ‘Reeds vroeg in de morgen heerste er in ons dorpje een levendige maar tevens een gevoelvolle beweging. Drie en twintig personen, groot en klein, vertrokken van hier naar Zuid-Amerika om in den Argentijnschen Republiek den strijd om ’t bestaan, zoo te hopen, onder gunstiger omstandigheden te voeren dan ’t hier in de laatste jaren mogelijk was. Zoo kinderen van ouders, broeders en zusters, van betrekkingen en vrienden voorzeker voor altijd te zien scheiden, om aan gene zijde van den Oceaan eene onzekere toekomst tegemoet te gaan. Wie zou dien aanblik ongevoelig blijven?’


(13e eeuwse kerk van Morra)

Tweelingdorp Lioessens is iets groter dan Morra. Het telt 400 inwoners. In het dorp staan een Hervormde en een Gereformeerde kerk, de enige in Oost-Dongeradeel die uit de Afscheiding is voortgekomen. De kerk, aan de westelijke uitvalsweg, is in 1927 gebouwd naar het expressionistische ontwerp van Ane Nauta.


(Hervormde kerk van Lioessens)

De Paesens
Uw route eindigt bij De Paesens, tegenwoordig een klein riviertje. Volgens de 17de eeuwse cartograaf Schotanus ‘plag de mond van de Paesens eertijds zo wijd en diep te zijn, dat men met carvielen en de andere grote schepen tot Lioessens kon invaren’. De ‘monding’ van het riviertje vormde een aantrekkelijke locatie, al lag Paesens na de aanleg van een eerste dijk van Holwerd, langs Nes, Niawier en Lioessens tot Oostmahorn, nog buitendijks. Bij elk getij slibde er uitstekende bouwgrond aan. Om de steeds terugkerende overstromingen de kop te bieden, werd een tweede dijk aangelegd en kreeg De Paesens zelfs een sluis. Deze heeft twee eeuwen dienst gedaan tot 1449. Het meeste water stroomde toen al via het Bornwerderzijl of via Ezumazijl naar buiten. Drie sluizen was te duur om te onderhouden. De Paesens slibde dicht.