Wandelroute 37. Reaskuorre - Blauforleat

Afstand: 4 km
Duur: ± 1 uur
Ondergrond: De hele route loopt over verharde wegen. km
Honden: Op openbaar terrein zijn honden toegestaan.
Geopend: januari t/m december

Bijzondere historische informatie
Reaskuorre, Roodeschuur, is direct na de aanleg van de de Feansterfeart in 1649 ontstaan. In de vaart werd een sluisje aangelegd voor de waterbeheersing. De turfschippers moesten hier worden geschut voordat ze het Kolonelsdiep (sinds 1945 Prinses Margrietkanaal) konden bereiken. Al vrij snel kwam er een herberg, die tevens dienstdeed als sluiswachtershuis en als winkeltje.

Augustinusga
Augustinusga is één van de acht oude dorpen in de gemeente Achtkarpselen. De kerk in het dorp, waarvan de toren uit de 13de eeuw stamt, is vernoemd naar St. Augustine. De dorpsnaam is hiervan afgeleid. Augustinusga was een belangrijk dorp met drie states van de families Gaickema, Jensma en Siccama. Ook Gerke en Buwe Harkema, de stichters van het Gerkes- en Buweklooster werden in Augustinusga geboren.

Hoewel Augustinusga steeds een agrarisch dorp is gebleven, beschikt dit dorp over enige bedrijvigheid van meer dan lokale betekenis. Een deel hiervan is gevestigd rond de haven bij Blauwverlaat. Oorspronkelijk bestond dit buutschap slechts uit een sluis- en brugwachterwoning, een paar huizen en boerderijen, een café en een bakkerij. Na de oorlog vestigden zich ten zuiden van het Prinses Margrietkanaal enkele bedrijven.

Landschapskarakteristiek
Het Aardrijkskundig woordenboek der Nederland beschrijft A.J. van der Aa (1792 – 1857) de oude grietenij Achtkarspelen als volgt: “De landerijen dezer grietenij zijn meestal zandige bouwlanden, die echter wel bemest zijnde, goede vruchten geven. Ook vindt men vooral in het oostelijke gedeelte, goed weiland, alsmede vele hooilanden; in het midden der grietenij lage, en in het zuidelijkste gedeelte hooge veenen. Men heeft er veel klein wild, zoals hazen en patrijzen.” Het is nog steeds een prachtig gebied.

Begin- en eindpunt
U begint uw wandeling in het buurtschap Reaskuorre (Roodeschuur), van route knooppuntbord 56 via Augustinusga naar het Prinses Margrietkanaal. Hier ligt Blauforleat (Blauwverlaat)de route eindigt bij route knooppuntbord 95.

Reaskuorre
Reaskuorre, Roodeschuur, is direct na de aanleg van de de Feansterfeart in 1649 ontstaan. In de vaart werd een sluisje aangelegd voor de waterbeheersing. De turfschippers moesten hier worden geschut voordat ze het Kolonelsdiep (sinds 1945 Prinses Margrietkanaal) konden bereiken. Al vrij snel kwam er een herberg, die tevens dienstdeed als sluiswachtershuis en als winkeltje. Toen in 1847 de verveningscompagnie werd opgeheven, werden de sluis en de herberg in het waterschap van Surhuisterveen opgenomen. In 1881 werden een nieuwe sluis en sluiswachterhuis gebouwd. Het laatste deed ook dienst als café. Precies twintig jaar later werd de sluis gerenoveerd. Hierbij werd, ter herinnering, een steen in de sluismuur gemetseld met het opschrift:

Pieter en Duifke Hoekstra woonden op een 'skutsje' op Reaskuorre. Met het schip haalde hij turf uit de Groningse veenkoloniën zoals Stadskanaal, de Pekela's, Wildervank en Veendam. Duifke was een leuk mens die in een gesprek voortdurend zei 'is 't wier of net' en dan voor bijval vragend om zich heen keek.

Augustinusga
Augustinusga is het dorp met de meeste buurtschappen van Achtkarspelen, waaronder Blauwverlaat, Rohel en Roodeschuur. Het dorp telde ooit drie staten die echter alle drie in de loop der tijd zijn verdwenen. Wel herinneren een aantal straatnamen in het dorp nog aan de families die er woonden: Gaickema, Jensma en Siccama. Van de state van de laatste familie is bekend dat deze mogelijk is gebouwd door Harco Siccama, die voor het eerst wordt genoemd in een bron uit 1482. Hij is in ieder geval de oudste bekende bewoner van de state. Misschien ook heeft hij een al bestaande stins gekocht. In ieder geval bleef de state na zijn komst uit Groningen tot 1621 in handen van de familie Siccama. Ook de bekende familie Hearsma, die een aantal grietslieden voortbracht, heeft de state in bezit gehad. In 1885 schreef A. Lycklana à Nijeholt in het Jaarboekje van den Frieschen Adel in verband tot de Ridderschap van Friesland: “Te Augustinusga in de Grieteny vond men SiccamaState, dat voor ongeveer 25 jaren is gesloopt.”

Behalve aanzielijke families bracht Augustinusga ook een internationaal bekende historie- en portretschilder voort. Willem Bartels van der Kooi werd in 1768 in het dorp geboren. Hij stierf in 1836. Werk van zijn hand hangt in het Fries Museum in Leeuwarden, waaronder het bekende schilderij ‘De Minnebrief’.

Eise Eisinga geschilderd door Willem Bartels van der Kooi

Blauforleat
In het gebied rond Blauwverlaat zijn archeologische onderzoeken gedaan. Die leverden onder meer vondsten uit het Neolithicum op, met name daterend uit de Trechterbekercultuur en de Enkelgrafcultuur (tot ca. 2000 v.Chr.). Latere prehistoische bewoningssporen ontbreken. Pas in de 10de of 11de eeuw was het gebied opnieuw bewond. Tussen 300 en 600 en tussen 800 en 1000 drong de zee het gebied binnen en zette zware klei af. Daarbij werden geulen gevormd die de basis vormde voor de Middeleeuwse ontginningen. De verkavelingspatronen zijn haaks op de geulen georiënteerd. Deze patronen houden niet op bij de randen van de klei-afzettingen, maar lopen door over de pleistocene gronden daarbuiten. Dit is een eerste aanwijzing dat deze pleistocene gronden destijds ook met sediment bedekt waren. Hier is nu niets meer van terug te vinden. Dat er in het gebied gedurende de metaaltijd geen mensen woonden, wordt daarom voorlopg verklaard door een volledige bedekking van het Miedengebied met hoogveen. Een pollenmonster uit de greppel rond het 11e eeuwse “Oud Kerkhof” bij de Tjoelepleats bij Blauforlaet heeft aanwijzingen voor Middeleeuws hoogveen opgeleverd.